Koen Vermeir over “Site” in Dietsche, Warande & Belfort, 2006

 

 

 

 

Fragment over “Site”:

“Ook de nieuwe rol van de documentaire in de kunsten hangt daarmee samen. Enerzijds spelen de ‘feiten’ en de ‘werkelijkheid’ een steeds grotere rol in het interessegebied van de kunsten. Anderzijds worden deze documentaires niet als een neutrale weergave maar als een artistieke productie gepresenteerd, wat hun relatie tot de werkelijkheid weer problematiseert, nuanceert en complexer maakt. Tegelijk bieden de kunsten ons ook een toegang tot een ‘werkelijkheid’ die dieper gaat dan de alledaagse stroom mediabeelden. De reflexieve manier waarmee kunstenaars vandaag met hun politieke engagement omgaan, hangt samen met een reflexieve houding tegenover de ‘realiteit’ zelf. Cineaste An van. Dienderen bijvoorbeeld, thematiseert in haar documentaire film Site, een antropologisch portret (2000), de relatie tussen kunst en multiculturalisme. Haar interview met de immigrant-kunstenaar José Besprosvany resulteerde echter niet in een ordinaire documentaire: ‘Met deze vormentaal tracht ik aan de kijker een signaal te geven dat de film een andere realiteit dan de ‘echte’ constitueert, dat ik via het creatief en reflexief omgaan met beelden probeer een kritische positie in te nemen ten overstaan van de dominante televisiepolitiek.’

In haar nieuwe boek, Pour un nouvel art politique. De l’art contemporain au documentaire (2004), wil Baqué ook de documentaire als kunstvorm opwaarderen. Tegen de ideeën van Bourriaud en anderen probeert ze aan te tonen dat er niet zozeer in de hedendaagse kunstpraktijken, maar vooral in de documentaire sprake is van een nieuwe politieke dimensie.23 Tegelijk wil ze ook het onderscheid tussen ‘kunst’ en ‘documentaire’ relativeren, en daarbij pleit ze voor een nieuwe rol voor de ‘werkelijkheid’ in de kunsten. De oude ideologieën werden in vraag gesteld door de crisis van de referent. Het werd meer en meer duidelijk dat wat als de ‘werkelijkheid’ gepresenteerd werd, eigenlijk slechts het perspectief was van één of andere dominante groep. De oplossing ligt echter niet in het ontkennen van een ‘werkelijkheid’, maar eerder in het erkennen van meerdere perspectieven die elk hun eigen waarde hebben. Men kan, enigszins tegen Baqué in, argumenteren dat de kunst bij uitstek geschikt is om ons met deze verschillende perspectieven in aanraking te brengen. Deze worden dan niet als een noodzakelijkheid gepresenteerd, maar ze worden in hun context ingebed, zodat ze op hun waarde geschat kunnen worden. De nieuwe politieke betekenis van de kunst ligt dan ook in haar functie om ons weer met de realiteit te confronteren die we zelf mee bewerkstelligen. De nieuwe kunsten bieden geen nieuwe politieke utopie; ze bieden eerder een noodzakelijke verwarring die men als een mogelijkheidsvoorwaarde van ethiek en politiek zou kunnen interpreteren.24

In een essay in Etcetera beschrijft Van. Dienderen hoe ze gefascineerd is door de ‘interactieve beeldvorming’ uit de visuele antropologie. Terwijl klassieke televisiedocumentaires uit economische noodzaak dikwijls scenario’s aan de ‘acteurs’ opleggen, zodat ze eerder de vooroordelen van de documentairemaker weerspiegelen dan één of andere objectieve werkelijkheid, probeert men bij interactieve beeldvorming zowel de acteurs als de kijkers te betrekken bij het maakproces van de film.25 De filmmaker laat de context zien waarin het beeld is ontstaan en verduidelijkt de keuzes, de interventies en selecties, die in samenspraak met de gefilmde personen gemaakt werden. Op deze manier wordt er geen fictionele realiteit door de filmmaker opgelegd alsof het de objectieve werkelijkheid was,26 maar wordt er gewerkt naar een genegotieerde aanspraak op een gedeelde werkelijkheid. De werkelijkheid waar het hier om gaat is dus eigenlijk altijd al een ‘politieke’ werkelijkheid.” Koen Vermeir

 

Lees het volledige artikel hier.