Collectiviteit in beeld: Het productieproces van de langspeelfilm van Els Dietvorst i.s.m. De Zwaluwen —  2004

Gepubliceerd inEtcetera, jaargang 22, nummer 91, p. 46

Waarom besteedt Etcetera uitgebreid aandacht aan een langspeelfilm? Daar zijn minstens twee goede redenen voor. Els Dietvorst beweegt zich met haar werk in de Brusselse Anneessenswijk op een interessante manier in het grensgebied tussen kunst, sociaal-artistiek project en sociale wetenschappen. An van. Dienderen geeft in haar beschrijving van het werkproces een kader mee om de verhouding tussen representatie en realiteit/identiteit te onderzoeken en vorm te geven.

Het documentaire beeld wint niet alleen in bet televisielandschap aan belangstelling, maar ook in bet beeldende kunsten circuit en in de academische wereld duikt het massaal op. De verhouding tussen representatie en realiteitservaring wordt echter weinig bediscussieerd. Onderzoek naar productieprocessen met betrekking tot bet documentaire beeld kan een kritisch instrument vormen in de analyse van representatie. Daarbij wordt bewust niet ingegaan op bet eindresultaat (de film, de documentaire, de documentaire installatie), zoals dat traditioneel bet geval is in culturele en filmstudies. Dit onderzoek biedt een kritische antropologische studie van de context van interactie tussen de verschillende betrokkenen tijdens bet produceren van een film. Ik hanteer deze methode om de complexe mogelijkheden van bet visuele in de constructie van identiteit, en in bet vormen van gemeenschappen, te exploreren. Als etnografisch materiaal buig ik me over bet productieproces van The March, The Burden, The Desert, The Boredom, The Anger. Deze eerste langspeelfilm van Els Dietvorst werd gerealiseerd in samenwerking met een hybride collectief dat verbonden is met de Brusselse Anneessenswijk. De groep, die bestaat uit mensen zonder paspoort, migranten van Marokkaanse, Iraanseen Italiaanse afkomst, een computerdesigner, en zelfs een Belgischepolitieagente, werd door Els ‘de Zwaluwen’ genoemd. Ik ben zelf filmmaker en antropoloog, en heb maanden bet werk van de Zwaluwen gevolgd, soms als observator, soms als assistent, soms stond ik gewoon in de weg. Een twintigtal uur interviews met enkele Zwaluwen, naast eigen bedenkingen en intensieve interacties op en rond de set, vormden de basis voor dit artikel. Het laat zich lezen als een weefsel, een soort nest dat met verschillende stemmen spreekt: Zwaluwen, antropologen en filmmakers die overleggen, negotiëren over wat deze collectieve ervaring wel zou kunnen geweest zijn.